The Bleu Lagoon
Blijf op de hoogte en volg Hans & Hetty
14 Februari 2019 | Singapore, Singapore United Plantation
We rijden nog even naar Lake Entrance om te wandelen in de duinenrij die de oceaan scheidt van het meer. De stad en duinen zijn verbonden met een lange loopbrug. Onder die brug stikt het van de kwallen en, zoals wij het kunnen bekijken, dus ook in heel het meer. De witte doorschijnende halve bollen pulseren zich een weg door het water en het moeten er, gezien de afmetingen van het meer, honderdduizenden zijn. Hoogstwaarschijnlijk de reden dat er zo weinig zwemmers te zien zijn…
Omdat je toch zo’n beetje over strandzand loopt is het wandelen tussen oceaan en meer geen succes, dus wandelschoenen uit gympen aan, en op naar Tanja Lagoon Camp.
De rit voert langs de kust met veel glooiend landschap en afwisselend bossen en immense groene weides. Schapen en koeien bevolken het groen en zo af en toe zie je hier ook grote maisvelden.
Om 15.30 u. wordt ons de weg naar onze safaritent gewezen; op een plattegrond staat onze naam bij de tent die de naam “Lomandra” draagt dus rijden we daar naar toe. Na wat navraag is de naam Lomandra een Aboriginal woord met de letterlijke betekenis: “bij Hans en Hetty”, pakkende naam dus. Op een vlonder van 6 bij 12 meter staat inderdaad aan de ene kant een tent van 5 bij 10. De binnentent is 4 bij 7 met een 2-persoonsbed, een zitje en een bureau. Voor de binnentent blijft ruimte voor een overdekt terras van 6 bij 3 en erachter, gescheiden door een gang, aan de ene kant een badkamer met inloopdouche en bad, aan de andere kant een keuken. In de gang staat een grote gas-BBQ met een grote losse brander om ’s morgens je eitje te koken. Zo is kamperen nog wel om te doen zullen we maar zeggen….
Het uitzicht is ook niet onaardig: we kijken uit over een lagoon waarin veel watervogels o.a. zwanen en pelikanen. We lopen alvast eens een keer langs de oever en het is echt een plaatje. Helaas waait het flink en dat wordt in de loop van de middag/avond steeds meer. Het advies om “ramen en deuren” van de tent open te houden is vandaag dan ook geen optie. Het bed is een prima mandje en als het die nacht begint te regenen voelen we geen druppel, dus waterdicht is-t-ie ook.
13 februari
We worden wakker onder een stralend blauwe hemel, het is windstil en de rimpelloze lagoon is zo glad als een spiegel. We ontbijten om met de wandelroutes op zak richting oceaan en strand te gaan, op zo’n 35-40 minuten lopen van onze glamping-spot. Bij het strand aangekomen, een stuk van ongeveer een kilometer wat links en rechts eindigt in rotspartijen, zien we nog 3 personen meer op het strand, verder is het totaal leeg. We lopen een stuk langs de oceaan en gaan daarna terug naar de wandelroute die voor een groot stuk langs “onze” lagoon loopt.
Wat we vanmorgen vroeg al volop hebben kunnen beluisteren, en tijdens onze wandeltocht ook, zijn de vogelgeluiden. Hierbij zijn er een aantal die een opvallend geluid produceren. We hebben ze voor het gemak maar praktische namen gegeven al was het maar omdat we ook niet weten hoe ze ze hier uitschelden. De ene noemen we de Kerstmisvogel omdat hij het geluid maakt van kerstklokjes, de andere is de blokfuitvogel die, een op een, klinkt als een kleuter op blokfluitles; blijven oefenen !! Verder is de blokfluitvogel herkenbaar aan een leren langwerpig etui wat losjes over zijn schouder hangt. Een erg irritante vogel is de geit- of lammetjesvogel. Zijn geluid lijkt precies op het blaten van een geit of een lammetje. Dan kun je toch beter mat de kookaburra te maken hebben die precies klinkt als een schaterlachende mens.
Ook gaaf is dat er in het Tanja Lagoon Camp een grote groep kangoeroes leven, je moet echt heel voorzichtig met de auto manoeuvreren als je naar je tent rijdt, de groep is ongeveer 80 stuks groot. Tegen 12.00 u. zijn we terug van onze wandeltocht en we besluiten om naar Bermagui rijden, het dichtstbijzijnde stadje, om wat te eten en te shoppen. We stoppen nog even bij het kantoor en daar ontmoeten we Catherine die nog wat “need to know, need to see”-informatie voor ons heeft. Ook vertelt ze over Rufus en Phyllis 2 kangoeroes gered uit de buidel van doodgereden kangoeroes die ze thuis hebben opgevoed met de bekende kussensloop aan de kapstok, als namaakbuidel. Ze zijn pas een paar weken geleden “uitgezet” maar nog steeds handtam.
Als we die avond op onze veranda zitten, genieten we van een prachtige zonsondergang. De superlatieven zijn ondertussen wel op dus kies zelf maar: kei schôn, geweldig, prachtig, supermooi, adembenemend, te gek, verrassend, van ongekende schoonheid, etc. etc.
De volgende ochtend ontmoeten we Rufus en Phyllis als ze ’s morgens vroeg bij onze tent opduiken. Ze zijn natuurlijk absoluut niet bang van mensen en laten zich ook gemakkelijk aaien. Speels als ze zijn lijkt het op een gegeven moment wel of ze een hardhupwedstrijd aan het houden zijn; ze “scheuren” tussen de verschillende tenten door in een tempo waar Max Verstappen nog van onder de indruk zou raken.
We eten ons ontbijtje, pakken ons boeltje weer op en in; volgend reisdoel Huskisson waar spierwitte stranden op ons wachten.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley